• eco·loog
  • met het voorvoegsel eco- met het achtervoegsel -loog
enkelvoud meervoud
naamwoord ecoloog ecologen
verkleinwoord ecoloogje ecoloogjes

de ecoloogm

  1. (beroep) een wetenschapper die het samenspel tussen organismen onderling en hun relatie met hun omgeving bestudeert
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be