zenuwstelsel
  • ze·nuw·stel·sel
enkelvoud meervoud
naamwoord zenuwstelsel (zenuwstelsels)
verkleinwoord (zenuwstelseltje) (zenuwstelseltjes)
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be