• wrij·ven
  • In de betekenis van ‘strijken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wrijven
wreef
gewreven
klasse 1 volledig

wrijven

  1. inergatief hard tegen een voorwerp aan bewegen
    • Er werd gewreven en gekrabbeld, maar niets mocht baten. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]