wreef
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wreef
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘hoogste deel van voet’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1773 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wreef | wreven |
verkleinwoord | wreefje | wreefjes |
Zelfstandig naamwoord
- (anatomie) bovenkant van de voet tussen tenen en enkel
- Hij scoorde met de wreef.
- ▸ Doordat England onlangs van schoenenmerk was geswitcht begon de wreef van zijn voet na een week gigantisch op te zwellen.[2]
Vertalingen
1. bovenkant van de voet tussen tenen en enkel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wrijven |
wreef
- enkelvoud verleden tijd van wrijven
- Ik wreef.
- Jij wreef.
- Hij, zij, het wreef.
- Ik wreef.
Gangbaarheid
- Het woord wreef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wreef" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "wreef" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be