wijden
Niet te verwarren met: weiden |
- wij·den
- In de betekenis van ‘zegenen’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
- <Middelnederlands: widen, wīen <Oudnederlands: wīun
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wijden |
wijdde |
gewijd |
zwak -d | volledig |
wijden
- iets ~ aan: geheel voor een bepaald doel bestemmen
- Hij wijdde het eerste uur aan een uitgebreide inleiding.
- zich ~ aan: zich geheel toeleggen op iets (zich richten naar)
- ▸ Er viel as van mijn sigaret op mijn pantalon terwijl ik de naam van die stad uitsprak. Hij had het gezien en voordat ik kon protesteren, had hij een van zijn witte handschoenen uitgetrokken en wijdde hij zich met volledige aandacht aan het werkje om mijn broekspijp daarmee af te kloppen. Hij had magere, donkere handen.[2]
- Hij wijdde zich aan de studie van middeleeuwse muzieknotatie.
- ▸ Er viel as van mijn sigaret op mijn pantalon terwijl ik de naam van die stad uitsprak. Hij had het gezien en voordat ik kon protesteren, had hij een van zijn witte handschoenen uitgetrokken en wijdde hij zich met volledige aandacht aan het werkje om mijn broekspijp daarmee af te kloppen. Hij had magere, donkere handen.[2]
- een heilige functie aan iets of iemand toebedelen
- Toen de priester Willibrord in de zevende eeuw tot bisschop van Utrecht werd gewijd, ontwikkelde zich ook een kerkelijk centrum.
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
1. geheel voor een bepaald doel bestemmen
- Het woord wijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wijden" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "wijden" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 12
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be