Nederlands

 
1. Een wijkwast met een sprenkelaar die niet echt op een kwast lijkt.
Uitspraak
Woordafbreking
  • wij·kwast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wijkwast wijkwasten
verkleinwoord wijkwastje wijkwastjes

Zelfstandig naamwoord

de wijkwastm

  1. (religie) (katholiek) steel met een sprenkelaar waarmee eerder door een priester gewijd water als zegening kan worden verspreid
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

42 % van de Nederlanders;
22 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen