• vul·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord vulling vullingen
verkleinwoord vullinkje vullinkjes

de vullingv

  1. het materiaal waarmee iets opgevuld is
    • Deze soes heeft een vulling van room met geprakte aardbeien. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


vulling

  1. veulen