stopsel
- stop·sel
- Naamwoord van handeling van stoppen met het achtervoegsel -sel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stopsel | stopsels |
verkleinwoord | stopseltje | stopseltjes |
het stopsel o
- afsluiting van een fles
- Het stopsel was van de fles gevolgen waardoor de wijn op de vloer terecht kwam.
- afsluiting van een gootsteen
- Het woord stopsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stopsel" herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be