vreugdevuur
- Geluid: vreugdevuur (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvrøɣdəˌvyr / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈvrøχ.də.ˌvyːr/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈvrøx.də.ˌvyːr/
- (Limburg): /ˈvrøɣ.də.ˌvyːr/
- vreug·de·vuur
- samenstelling van vreugde en vuur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vreugdevuur | vreugdevuren |
verkleinwoord | vreugdevuurtje | vreugdevuurtjes |
het vreugdevuur o
- een groots door mensen opgebouwd en gecontroleerd vuur om iets te vieren
- Tijdens nieuwjaarsnacht werd er een groot vreugdevuur ontstoken.
1. een groots door mensen opgebouwd en gecontroleerd vuur om iets te vieren
- Het woord vreugdevuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vreugdevuur" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be