• vold·som
  • Afgeleid van het Deense zelfstandige naamwoord vold met het achtervoegsel -som
Naar frequentie 6102
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
g enkelvoud voldsom voldsommere voldsomst
o enkelvoud voldsomt
meervoud voldsomme
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
voldsomme voldsommere voldsomste

voldsom

  1. buitensporig, enorm, hoog, indrukwekkend, overmatig, zwaar
  2. fel, gemeen, geweldig, heftig, hevig, razend, ruig, wild, woest, wrede, wreed
  3. gewelddadig


  • vold·som
  • Afgeleid van het Noorse naamwoord vold met het achtervoegsel -som
Naar frequentie 7388
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud voldsom voldsommere voldsomst
o enkelvoud voldsomt
meervoud voldsomme
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
voldsomme voldsommere voldsomste

voldsom

  1. buitensporig, enorm, hoog, indrukwekkend, overmatig, zwaar
  2. fel, gemeen, geweldig, heftig, hevig, razend, ruig, wild, woest, wrede, wreed
    «En voldsom snøstorm traff lørdag USAs hovedstad Washington, og har allerede ført til kaos, dødsfall og strømbrudd.»
    Een hevige sneeuwstorm trof zaterdag de Amerikaanse hoofdstad Washington, en heeft reeds geleid tot chaos, doden en stroomuitval.
  3. gewelddadig
    «Drapet skjedde på en voldsom og grufull måte.»
    De moord gebeurde op een gewelddadige en gruwelijke wijze.
  • [2]: voldsom motstand
een fel verzet