vleeseter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vlees·eter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vlees en eter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vleeseter | vleeseters |
verkleinwoord | vleesetertje | vleesetertjes |
Zelfstandig naamwoord
de vleeseter m
- (biologie) een vleesetend dier
- persoon die vlees eet en dus geen vegetariër is
Synoniemen
- [1] carnivoor
Verwante begrippen
- [1] herbivoor, insectivoor, omnivoor
- [2] vegetariër
Vertalingen
1. een vleesetend dier
Gangbaarheid
- Het woord vleeseter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vleeseter" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be