Vlechten.
  • vlech·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vlechten
vlocht
gevlochten
klasse 3 volledig

vlechten

  1. overgankelijk in elkaar strengelen
    • Je kunt je haar op verschillende manieren vlechten. 
     En ze had dik kastanjebruin haar, dat ik af en toe mocht vlechten.[2]

de vlechtenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vlecht
     Deze persoon had gigantisch gespierde kuiten en twee lange blonde vlechten onder een versleten baseballcap.[3]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1. vlechten op website: Etymologiebank.nl
  2. Danielle Teller (vert. Marja Borg)
    “Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026346477
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be