vlechten
- Geluid: vlechten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvlɛxtə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈvlɛχ.tə(n)/
- (Limburg): /ˈvlɛx.tə(n)/
- vlech·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vlechten |
vlocht |
gevlochten |
klasse 3 | volledig |
vlechten
- overgankelijk in elkaar strengelen
- Je kunt je haar op verschillende manieren vlechten.
- ▸ En ze had dik kastanjebruin haar, dat ik af en toe mocht vlechten.[2]
1. in elkaar strengelen
de vlechten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord vlecht
- ▸ Deze persoon had gigantisch gespierde kuiten en twee lange blonde vlechten onder een versleten baseballcap.[3]
- Het woord vlechten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vlechten" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ vlechten op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Danielle Teller (vert. Marja Borg)“Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026346477
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be