• vi·gi·lant
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vigilant vigilanter vigilantst
verbogen vigilante vigilantere vigilantste
partitief vigilants vigilanters -

vigilant

  1. actief op de omgeving lettend, met een wakkere uitstraling
enkelvoud meervoud
naamwoord vigilant vigilanten
verkleinwoord - -

de vigilantv

  1. (informeel) prostituee die op straat klanten zoekt
enkelvoud meervoud
naamwoord vigilant vigilanten
verkleinwoord - -

de vigilantm

  1. (verouderd) iemand uit de criminele wereld die de politie inlichtingen geeft
82 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[3]


  enkelvoud meervoud
  mannelijk   vigilant vigilants
  vrouwelijk   vigilante vigilantes

vigilant

  1. waakzaam