• ver·rot
  • ww [volt. deelw.], bn, tw: vervoeging van verrotten: de stam zonder -t omdat de stam al op -t eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
verrotten

verrot

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van verrotten
  2. gebiedende wijs van verrotten
vervoeging van: verrotten…
verbogen vorm: verrotte

verrot

  1. voltooid deelwoord van verrotten
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verrot verrotter verrotst
verbogen verrotte verrottere verrotste
partitief verrots verrotters -

verrot

  1. aangetast door bederf

verrot [1]

  1. (informeel) ellendig, vervloekt
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]