Frans

Uitspraak

Bijvoeglijk naamwoord

pourri

  1. (spreektaal) rot
    «Cette bagnole est complètement pourrie
    Die wagen is door en door rot. [1]
  2. (spreektaal) godvergeten
    «On voit que quelques cochons dans ce trou pourri
    Je ziet alleen maar een paar varkens in dat godvergeten gat. [1]

Zelfstandig naamwoord

pourri m

  1. (spreektaal) smeerlap
    «Bande de pourris
    Stelletje rotzakken! [1]

Verwijzingen