vereenzamen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van vereenzamen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | vereenzamen | te vereenzamen | ||||||
toekomend | zullen vereenzamen | te zullen vereenzamen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | zijn vereenzaamd | te zijn vereenzaamd | ||||||
toekomend | vereenzaamd zullen zijn | vereenzaamd te zullen zijn | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
vereenzamend | vereenzaamd | ev. vereenzaam |
mv. verouderd vereenzaamt |
vereenzame | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | vereenzaam | vereenzaamt | vereenzaamt | vereenzaamt | vereenzaamt | vereenzamen | vereenzamen | vereenzamen | |
verleden (o.v.t.) | vereenzaamde | vereenzaamde | vereenzaamde | vereenzaamde | vereenzaamde | vereenzaamden | vereenzaamden | vereenzaamden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal vereenzamen | zult/zal vereenzamen | zult/zal vereenzamen | zult vereenzamen | zal vereenzamen | zullen vereenzamen | zullen vereenzamen | zullen vereenzamen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou vereenzamen | zou vereenzamen | zou(dt) vereenzamen | zoudt vereenzamen | zou vereenzamen | zouden vereenzamen | zouden vereenzamen | zouden vereenzamen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben vereenzaamd | bent vereenzaamd | bent/is vereenzaamd | zijt vereenzaamd | is vereenzaamd | zijn vereenzaamd | zijn vereenzaamd | zijn vereenzaamd | |
verleden (v.v.t.) | was vereenzaamd | was vereenzaamd | was vereenzaamd | waart vereenzaamd | was vereenzaamd | waren vereenzaamd | waren vereenzaamd | waren vereenzaamd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal vereenzaamd zijn | zal/zult vereenzaamd zijn | zult/zal vereenzaamd zijn | zult vereenzaamd zijn | zal vereenzaamd zijn | zullen vereenzaamd zijn | zullen vereenzaamd zijn | zullen vereenzaamd zijn | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou vereenzaamd zijn | zou vereenzaamd zijn | zou/zoudt vereenzaamd zijn | zoudt vereenzaamd zijn | zou vereenzaamd zijn | zouden vereenzaamd zijn | zouden vereenzaamd zijn | zouden vereenzaamd zijn |