• twee·de·hands
  • samenstellende afleiding van  tweede rt  en  hand zn  met het achtervoegsel -s
stellend
onverbogen tweedehands
verbogen tweedehandse
partitief tweedehands

tweedehands

  1. reeds in iemand anders bezit geweest
    • Deze tweedehandse trui is net nieuw. 
     Eerst was ik van plan om een jaar lang helemaal geen nieuwe producten te kopen, alles tweedehands dus.[1]
  • Attributief wordt het woord vaak onverbogen gebruikt: een tweedehands auto
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be