tur
tur
tur
- daar (om de betekenis te onderstrepen)
- tur
- Afkomstig van het Franse woord tour, dat van het Griekse woord "tornos" komt
Naar frequentie | 496 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | tur | turen | turer | turene |
genitief | turs | turens | turers | turenes |
tur, m
- reis, tocht, toer, tour, uitstap
- «300 mennesker har betalt for en tur i verdensrommet, og 82.000 har meldt sin interesse for å delta.»
- 300 mensen hebben betaald voor een reis naar de ruimte en 82.000 interesse in deelname uitgedrukt.
- «Ti råd for en vellykka tur med barn.»
- Tien raden voor een geslaagde toer met kinderen.
- «300 mennesker har betalt for en tur i verdensrommet, og 82.000 har meldt sin interesse for å delta.»
- een bepaalde plaats in een beurt
- [1]: gå på tur
op tour gaan
- [1]: tur og retur (fram og tilbake)
heen en terug
heen en weer
weg en weer
op en neer (reizen)
heen en weer
weg en weer
op en neer (reizen)
- [2]: i tur og orden (i rekkefølge)
in volgorde
- tur
- Afkomstig van het Franse woord tour, dat van het Griekse woord "tornos" komt
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | tur | turen | turar | turane |
tur, m
- [1]: gå på tur
op tour gaan
- [1]: tur og retur (fram og tilbake)
heen en terug
heen en weer
weg en weer
op en neer (reizen)
heen en weer
weg en weer
op en neer (reizen)
- [2]: i tur og orden (i rekkjefølgje / etter kvarandre)
in volgorde
achter elkaar
achter elkaar
tur g
- ↑ Weblink bron tur in: Svenska Akademikiens Ordböcker (2009) op svenska.se