reise
- rei·se
- Afkomstig van het Oudnoorse woord reisa.
Naar frequentie | 668 |
---|
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | reise |
tegenwoordige tijd | reiser |
verleden tijd | reiste |
voltooid deelwoord |
reist |
onvoltooid deelwoord |
reisende |
lijdende vorm | reises |
gebiedende wijs | reis |
vervoegingsklasse | Klasse 2 zwak |
opmerking |
reise
- overgankelijk opstellen, opzetten
- «Gud hadde selv sørget for å reise en stige mellom den fortapte synderen og himmelen.»
- God had er zelf voor gezorgd om een ladder tussen de verloren zondaar en de hemel op te stellen.
- «Gud hadde selv sørget for å reise en stige mellom den fortapte synderen og himmelen.»
- overgankelijk bouwen, opbouwen, oprichten, stichten
- «Å bygge familien kan på mange måter sammenlignes med å reise et hus.»
- Het stichten van een gezin is in veel opzichten vergelijkbaar met een huis bouwen.
- «Å bygge familien kan på mange måter sammenlignes med å reise et hus.»
- overgankelijk starten, iets aanzwengelen
- onovergankelijk opbreken
- onovergankelijk reizen
- [1] reise opp
- [2] bygge
- [1] å reise et telt
een tent opzetten
- [1] (sport, spreektaal) reise kjerringa
sterk terugkomen na een slechte prestatie
- [2] å reise et hus
een huis bouwen
- [4] å reise en hær
een leger opstellen
reise opp
reise seg
- rei·se
- Afkomstig van het Oudnoorse woord reisa.
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | reise reisa |
tegenwoordige tijd | reiser |
verleden tijd | reiste |
voltooid deelwoord |
reist |
onvoltooid deelwoord |
reisande |
lijdende vorm | reisast |
gebiedende wijs | reis |
vervoegingsklasse | Klasse 2 zwak |
opmerking |
reise
- overgankelijk opstellen, opzetten
- overgankelijk bouwen, opbouwen, oprichten
- overgankelijk starten, iets aanzwengelen
- onovergankelijk opbreken
- onovergankelijk reizen
- [1] reise opp
- [2] bygge
- [1] å reise eit telt
een tent opzetten
- [1] (sport, spreektaal) reise kjerringa
sterk terugkomen na een slechte prestatie
- [2] å reise eit huis
een huis bouwen
- [4] å reise ein hær
een leger opstellen
reise opp
reise seg