• stå
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord standa
vervoeging
onbepaalde wijs stå
tegenwoordige tijd står
verleden tijd stod
sto
voltooid
deelwoord
stått
onvoltooid
deelwoord
stående
lijdende vorm ståes
stås
gebiedende wijs stå
vervoegingsklasse Klasse 6 sterk
opmerking

stå

  1. onovergankelijk staan
    «I bygningens vinduer står røde blomster.»
    Tegen de ramen van het gebouw staan rode bloemen.


  • stå
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord standa
vervoeging
onbepaalde wijs stå
tegenwoordige tijd står
verleden tijd stod
voltooid
deelwoord
stått
onvoltooid
deelwoord
ståande
lijdende vorm ståast
gebiedende wijs stå
vervoegingsklasse Klasse 7 sterk
opmerking

stå

  1. onovergankelijk staan

stå bak

  1. onovergankelijk achter iets zitten


  • stå
stamtijd
infinitief verleden
tijd
supinum
stå
stod
stog
stått
volledig

stå

  1. staan