• opp·stå
  • Afgeleid van het Noorse werkwoord stå met het voorvoegsel opp-.
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
oppstå
oppstår
oppstod
oppsto
oppstått
Klasse 6 sterk

oppstå

  1. overgankelijk ontstaan
    «I fem av tilfellene der det er rapportert om knuste glasskrus, har det oppstått skader.»
    In vijf van de gevallen waar er meldingen van gebroken glazen bekers waren, is een schade ontstaan.
  2. overgankelijk opkomen
    «Skikken må ha oppstått i oldtiden.»
    Het gebruik moet in de oudheid opgekomen zijn.


  • opp·stå
  • Afgeleid van het Nynorske werkwoord stå met het voorvoegsel opp-.
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
oppstå
oppstår
oppstod
(bijvorm) oppsto
oppstått
Klasse 7 sterk

oppstå

  1. overgankelijk ontstaan
  2. overgankelijk opkomen