tulp
- tulp
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘plantengeslacht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1581 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tulp | tulpen |
verkleinwoord | tulpje | tulpjes |
- (bloemplanten) plant uit het geslacht Tulipa . Tulpen werden in de westelijke wereld geïntroduceerd door de Weense ambassadeur voor Turkije, Ogier Gisleen van Busbeke , die over de bloemen schreef die hij in 1551 in het Turkse Edirne had gezien. Later zond hij enkele zaden ervan naar Oostenrijk
- Het gazon was omzoomd door een border vol tulpen.
- (bloemplanten) een bloem van een plant uit het geslacht Tulipa
- Hij bracht een bosje tulpen mee, om het goed te maken.
- RCA; type kabel dat gebruikt wordt om mono-audio en composiet-video aan te sluiten
- aarstulp, breedertulp, darwintulp, kersttulp, mendeltulp, moedertulp, papegaaitulp, parkiettulp, tijgertulp, triumftulp, tuintulp, watertulp, woltulp, zeetulp
- tulpenboom
- tulpappel, tulpeiland, tulpenbed, tulpenberg, tulpenblad, tulpenbol, tulpenfestival, tulpengekte, tulpenhandel, tulpenhouder, tulpenknecht, tulpenkweker, tulpenkwekerij, tulpenmanie, tulpenpluktuin, tulpenrally, tulpensoort, tulpensteel, tulpenstengel, tulpentuin, tulpenvariëteit, tulpenveld, tulpenwindhandel, tulpenzaad, tulpglas, tulpkoepel, tulpomanie, tulpplug, tulprenet, tulpstekker, tulpvakantie, tulpvormig
1. plant
- Het woord tulp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tulp" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "tulp" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be