parkiettulp
- Geluid: parkiettulp (hulp, bestand)
- par·kiet·tulp
- samenstelling van parkiet en tulp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parkiettulp | parkiettulpen |
verkleinwoord | parkiettulpje | parkiettulpjes |
- (plantkunde) een tulpenras met kleurige strepen, vaak door besmetting met een plantenvirus
- Je parkiettulpen staan er er mooi bij dit jaar.
- Het woord 'parkiettulp' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.