tulpenboom
- Geluid: tulpenboom (hulp, bestand)
- tul·pen·boom
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tulpenboom | tulpenbomen |
verkleinwoord | tulpenboompje | tulpenboompjes |
de tulpenboom m
- (plantkunde) Liriodendron een geslacht van planten uit de Magnoliaceae-familie (Tulpenboomfamilie)
- ▸ Ze was dol op de tuin bij Morley Cottage, met zijn uitzicht op Lyme Bay en een reusachtige honderdjarige tulpenboom in een hoek.[3]
- ▸ Boomkweker Pieter van den Berk uit Sint-Oedenrode ziet dat bepaalde zuidelijke boomsoorten als de honingboom en de tulpenboom het steeds beter doen in Nederland, maar aan olijfbomen en palmbomen waagt hij zich nog niet.[4]
- Het woord tulpenboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ tulpenboom op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tracy Chevalier“Opmerkelijke Schepsels” (2009), Orlando, ISBN 978949208651-8
- ↑ Weblink bron “Boomkweker: nog geen olijfbomen hier, maar de tulpenboom doet het steeds beter” (21-07-2019), NOS