trapportaal
- Geluid: trapportaal (hulp, bestand)
- trap·por·taal
- samenstelling van trap en portaal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trapportaal | trapportalen |
verkleinwoord | trapportaaltje | trapportaaltjes |
het trapportaal o
- (bouwkunde) gangruimte aan een trap of als onderbreking van een trap
- Op het trapportaal bleven zij nog even staan.
- Het woord trapportaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.