tanken/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van tanken | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | tanken | te tanken | ||||||
toekomend | zullen tanken | te zullen tanken | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben getankt | te hebben getankt | ||||||
toekomend | getankt zullen hebben | getankt te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
tankend | getankt | ev. tank |
mv. verouderd tankt |
tanke | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | tank | tankt | tankt | tankt | tankt | tanken | tanken | tanken | |
verleden (o.v.t.) | tankte | tankte | tankte | tankte | tankte | tankten | tankten | tankten | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal tanken | zult/zal tanken | zult/zal tanken | zult tanken | zal tanken | zullen tanken | zullen tanken | zullen tanken | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou tanken | zou tanken | zou(dt) tanken | zoudt tanken | zou tanken | zouden tanken | zouden tanken | zouden tanken | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb getankt | hebt getankt | hebt/heeft getankt | hebt getankt | heeft getankt | hebben getankt | hebben getankt | hebben getankt | |
verleden (v.v.t.) | had getankt | had getankt | had getankt | hadt getankt | had getankt | hadden getankt | hadden getankt | hadden getankt | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal getankt hebben | zal/zult getankt hebben | zult/zal getankt hebben | zult getankt hebben | zal getankt hebben | zullen getankt hebben | zullen getankt hebben | zullen getankt hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou getankt hebben | zou getankt hebben | zou/zoudt getankt hebben | zoudt getankt hebben | zou getankt hebben | zouden getankt hebben | zouden getankt hebben | zouden getankt hebben | |
onpersoonlijke lijdende vorm getankt worden | |||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||
tegenwoordig | er wordt getankt | er is getankt | |||||||
verleden | er werd getankt | er was getankt | |||||||
toekomend | er zal getankt worden | er zal getankt zijn | |||||||
voorwaardelijk | er zou getankt worden | er zou getankt zijn |