tangent
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tan·gent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tangent | tangenten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (verkeer) weg die verkeer om een dichter bebouwd gebied heen leidt, vaak deel van een rondweg
- ▸ Hij benadrukte dat een oplossing voor de lange termijn in dit stadium niet mogelijk is. Voordat het zover is, moet er meer duidelijkheid zijn over het tracé voor het Noordwest-tangent.[3]
- ▸ Rioolverzwaringen in de Johannaweg en de aangrenzende West-Tangent worden met spoed aangepakt.Daardoor zal in de toekomst de wateroverlast in de wijk Tuindorp en in de omgeving van het ROC van Twente verminderen.[4]
- (wiskunde) raaklijn
- (muziekinstrument) een stripje (meest van metaal[2] of hout), dat via het toetsenbord van het klavichord tegen de snaar wordt geslagen
Antoniemen
- [1] invalsweg, uitvalsweg
Holoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. ringweg
Gangbaarheid
- Het woord tangent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tangent" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ tangent op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Blijvende onzekerheid voor Achilles” (19-05-2010), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Waterberging in openbaar groen” (01-02-2011), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be