Nederlands

 
Boulevard Périphérique de beroemde ringweg rond Parijs
 
de A10 de ringweg rond Amsterdam
Uitspraak
Woordafbreking
  • ring·weg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ringweg ringwegen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ringwegm

  1. (verkeer) een weg die als een ring rond een bepaald gebied ligt
    • Op kaarten van de Intergewestelijke Cel Leefmilieu (Ircel) zie je dat in de stedelijke gebieden en rond de autosnelwegen de hoogste roetwaarden opgetekend worden, met jaargemiddelden hoger dan 1,5 microgram per kubieke meter. Uitschieters zijn de ringwegen rond Brussel en Antwerpen. [2] 
    • De nieuwe vaarroutes zijn onder meer nodig door de komst van twee grote nieuwe windparken voor de kust van Zeeland. Je zou het kunnen vergelijken met de ringweg bij een grote stad, waar opeens een compleet nieuwe verkeerssituatie geldt met nieuwe af- en opritten, fly-overs en rijrichtingen. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard DONDERDAG 21 SEPTEMBER 2017
  3. Tubantia 31-05-2017
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be