talreep
- tal·reep
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | talreep | talrepen |
verkleinwoord | talreepje | talreepjes |
de talreep m
- (scheepvaart) een touw dat bij wijze van want- of stagspanner, enkele malen door de ogen van een stag en putting is gehaald en vastgezet
- De wanttalie met talreep is een eenvoudige voorloper van de spanschroef.
- jufferblok, onderjufferblok, putting, puttingijzer, schroefspanner, stag, want, wantspanner, wanttalie
- Het woord 'talreep' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "talreep" herkend door:
25 % | van de Nederlanders; |
13 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ talreep op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be