lanyard
- lan·yard
- van Engels lanyard, in de betekenis "sleutelkoord" aangetroffen vanaf 1942 (zie vindplaats hieronder)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lanyard | lanyards |
verkleinwoord | - | - |
de lanyard m
- om de hals gedragen koord of band waaraan een toegangsbewijs, een sleutel of een ander klein voorwerp op de borst kan worden meegedragen
- ▸ De officiële naam is lanyard, maar de jeugd spreekt van keycord of sleutelkoord. Meer dan een brede nylon band die je om je nek kunt hangen is het niet, hoewel je van de meeste modellen het onderste gedeelte, waar je sleutels aan hangen, kunt losklikken.[1]
- ▸ ⧖ Zij klommen bij iedereen op de knieën om te zien of aan de lanyard, die zoo geheimzinnig in de borstzak verdwijnt, niet een fluitje of iets anders moois hing.[2]
- Het woord lanyard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Ewoud Sanders“Jaartaal” (28 december 2002) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Bij ons in Stratford in: Vrij Nederland; Je maintiendrai, jrg. 2, nr. 26 (24 januari 1942), Neth. Publ. Cy, London, p. 28 (832)
- onder invloed van yard via Middelengels lanyer "riem of band om kleding of wapenrusting vast te maken" van Oudfrans laniere "riem, band"
enkelvoud | meervoud |
---|---|
lanyard | lanyards |
lanyard
- (scheepvaart): talreep, het touw dat door de jufferblokken is geschoren
- lanyard