Twee schroefspanners toegepast als wantspanners

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • want·span·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wantspanner wantspanners
verkleinwoord wantspannertje wantspannertjes

Zelfstandig naamwoord

de wantspannerm

  1. (scheepvaart) een spanner waarmee een stag van het want op een zeilboot, op de gewenste spanning wordt gebracht
    • De wantspanners zijn doorgaans schroefspanners. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid