reep
- reep
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reep | repen |
verkleinwoord | reepje | reepjes |
de reep m
- een naar verhouding smalle maar lange strook materiaal die ergens van afgesneden of afgebroken is
- Hij sneed het vlees in kleine reepjes.
- smalle strook licht
- ▸ Ze stapte in de reep licht die door het raam naar binnen viel, en ik kon haar voor het eerst goed zien.[4]
- (voeding) in het bijzonder: een langwerpig stuk chocolade
- ▸ De rest van de heilige reep knaagde ik in minuscule hapjes gedurende de dag op.[5]
- ▸ Zo zat er in elke doos ontbijt, lunch en avondeten, maar ook al mijn snacks, repen en noten voor onderweg en papieren landkaarten voor de volgende etappe, nieuw wc-papier en om de 700 kilometer een paar nieuwe schoenen.[5]
1. een naar verhouding smalle maar lange strook materiaal die ergens van afgesneden of afgebroken is
vervoeging van |
---|
repen |
reep
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van repen
- Ik reep.
- gebiedende wijs van repen
- Reep!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van repen
- Reep je?
- Het woord reep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "reep" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "reep" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ reep op website: Etymologiebank.nl
- ↑ reep op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Danielle Teller (vert. Marja Borg)“Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026346477
- ↑ 5,0 5,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be