spinazie
- spi·na·zie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘groente’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1377 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spinazie | - |
verkleinwoord | - | - |
- (groente), (plantkunde), (voeding) Spinacia oleracea , een snelgroeiende, eenjarige bladgroente
- Spinazie groeit niet goed op een zure grond.
- ▸ De spinazie zaait u op regels in de volle grond. Om voortdurend te kunnen oogsten, kunt u het beste regelmatig kleine hoeveelheden zaaien.[2]
|
1. Spinacia oleracea, een snelgroeiende, eenjarige bladgroente
- Het woord spinazie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spinazie" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "spinazie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron “Spinazie zaden - Columbia F1”, Tuinexpress.nl
- ↑ Deze uitdrukking is eigenlijk een verhaspeling van Ga zo door en gij zult Spinoza heten, een verwijzing naar Benedictus de Spinoza .
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
spinazie
- (groente)(plantkunde)(voeding) spinazie; een snelgroeiende, eenjarige bladgroente
spinazie
- (groente)(plantkunde)(voeding) spinazie; een snelgroeiende, eenjarige bladgroente