Syringa vulgaris
  • se·ring
  • van Latijn syringa "buisje, spuitje", in de betekenis van ‘plantengeslacht uit de familie der olijfachtigen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1608 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord sering seringen
verkleinwoord seringetje seringetjes

de seringv / m

  1. (bloemplanten) boomsoort met welriekende bloesem, meest paars of wit in de vorm van een kaars Syringa vulgaris  
82 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[3]
  • [1] sering in het Nederlands Soortenregister N
  • [1] sering op Wikidata  
  • [1] sering op "Wilde planten in Nederland en België"


  • se·ring

sering

  1. vaak