bloeiende knolselderij
  • sel·de·rij
enkelvoud meervoud
naamwoord selderij
verkleinwoord

de selderijm

  1. (bloemplanten) bepaald soort plant, Apium graveolens   uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae  ). Selderij komt voor langs de kust op natte, enigszins zilte tot brakke grond en soms langs sloten
  2. (kruid) eetbaar deel van Apium graveolens   met een hartig, frisse smaak, vergelijkbaar met peterselie maar dan sterker
    (wikidata: selderij  )
99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]