knolselderij
  • knol·sel·de·rij
enkelvoud meervoud
naamwoord knolselderij -
verkleinwoord

de knolselderijm

  1. (bloemplanten), (groente), (kruid) een variëteit Apium graveolens var. rapaceum   van het kruid selderij die net boven de grond een knol vormt. Knolselderij vormt een knol met een diameter van zo'n 10 cm. De knollen voor industriële verwerking moeten groter zijn dan die voor verse consumptie. Hoewel knolselderij voor de knol wordt geteeld, kunnen de bladeren ook worden gegeten. Vaak wordt in het vroege voorjaar knolselderij met een toefje loof in de handel gebracht