diameter

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- di·a·me·ter
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘middellijn’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1625 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | diameter | diameters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
diameter m
- (wiskunde) middellijn van een cirkel of bol
- De verhouding tussen de omtrek van een cirkel en de diameter heet π en is ongeveer 22/7.
- de dikte van een rond of bol voorwerp
- - Een bezemsteel met een diameter van drie centimeter.
- - ‘It’s definitely bigger than te last one”, zucht Jeff Goldblum als een buitenaards ruimteschip met een diameter van 4.500 kilometer langs de maan schraapt en in de Atlantische Oceaan landt om de aardkern op te zuigen. („Waar is hij in de Oceaan geland?” „In de hele Oceaan!”) En onderweg een assortiment Aziatische wolkenkrabbers op de Tower Bridge smakt.[2]
Synoniemen
- [1] middellijn
- [2] dikte, doorsnee, doorsnede
Verwante begrippen
Vertalingen
1. middellijn
Gangbaarheid
- Het woord diameter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "diameter" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "diameter" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ NRC Coen van Zwol 22 juni 2016
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- IPA: /daɪ'æmɪtə/
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudfranse diametre.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
diameter | diameters |
Zelfstandig naamwoord
diameter
Zweeds
Zelfstandig naamwoord
diameter g