• sel·der
enkelvoud meervoud
naamwoord selder selders
verkleinwoord seldertje seldertjes

de selderm

  1. (bloemplanten) bepaald soort plant, Apium graveolens  
  2. (kruid) eetbaar deel van Apium graveolens   met een hartig, frisse smaak, vergelijkbaar met peterselie maar dan sterker
    (wikidata: selder  )
     Je neemt ook nog een halve kilo aardappelen, een prei en een selder en dan nog drie soeplepels vet.[1]
   1. zie: selderij   
24 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]
  • frequentie in teksten in het Nederlands uit België, op een 7-puntsschaal: [3]
        5
  • frequentie in teksten uit België, vergeleken met die in Nederland, op een 7-puntsschaal: [3]
        6
  1. Eten op zijn Vlaams in:
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, selder
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
  3. 3,0 3,1
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    “Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen” (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, selder