selder
- sel·der
- (verkorting) van selderij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | selder | selders |
verkleinwoord | seldertje | seldertjes |
de selder m
- (bloemplanten) bepaald soort plant, Apium graveolens
- (kruid) eetbaar deel van Apium graveolens met een hartig, frisse smaak, vergelijkbaar met peterselie maar dan sterker (wikidata: selder )
- ▸ Je neemt ook nog een halve kilo aardappelen, een prei en een selder en dan nog drie soeplepels vet.[1]
1. zie: selderij
- Het woord selder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "selder" herkend door:
24 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- frequentie in teksten in het Nederlands uit België, op een 7-puntsschaal: [3]
- 5
- frequentie in teksten uit België, vergeleken met die in Nederland, op een 7-puntsschaal: [3]
- 6
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Eten op zijn Vlaams in: Ludo Permentier & Rik SchutzTypisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, selder
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- ↑ 3,0 3,1 Ludo Permentier & Rik Schutz“Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen” (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, selder