scheutig
- scheu·tig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | scheutig | scheutiger | scheutigst |
verbogen | scheutige | scheutigere | scheutigste |
partitief | scheutigs | scheutigers | - |
scheutig
- gul, onbekrompen, royaal
- Hij is meestal niet zo scheutig met complimenten, maar vandaag kon hij zijn enthousiasme over de examenkandidaat niet voor zich houden.
- Het woord scheutig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "scheutig" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ scheutig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be