scheenbeen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: scheenbeen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxemben / (2 lettergrepen); /ˈsxenben/
Woordafbreking
- scheen·been
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van scheen en been
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scheenbeen | scheenbenen scheenbeenderen |
verkleinwoord | scheenbeentje | scheenbeentjes |
Zelfstandig naamwoord
het scheenbeen o
Synoniemen
- tibia (wetenschappelijke naam)
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord scheenbeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "scheenbeen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be