[2] heiligbeen
  • sa·craal
  • In de betekenis van ‘heilig’ voor het eerst aangetroffen in 1919 [1]
  • uit het Latijn met het achtervoegsel -aal [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen sacraal sacraler sacraalst
verbogen sacrale sacralere sacraalste
partitief sacraals sacralers -

sacraal [3]

  1. van een zaak of persoon dat er speciale relatie is met God of het hogere
    • Je vraagt je af wie ooit al die regels bedacht heeft en waar ze voor nodig zijn. Maar wijn heeft voor de joodse godsdienst altijd een sacrale betekenis gehad, net zoals voor de christenen. In de Bijbel wordt vaak naar wijn verwezen. En Israël behoort tot de bakermat van onze wijncultuur, samen met Turkije, Syrië, Libanon, Jordanië en Egypte. In de achtste eeuw werd wijn echter verboden door de islam. [4] 
    • Ik ben geen slaaf van de heersende wetten in de klassieke muziek. Klassiek zou verheven moeten zijn, bijna sacraal. Als een dirigent of solist opkomt, richt die geen woord tot de zaal. Geen 'goedenavond', geen uitleg of toelichting. Ik heb dat altijd als afstandelijk ervaren. Ik wil juist mensen deelgenoot maken van muziek, hen het gevoel geven dat ze iets bijzonders meemaken. Op een ontspannen wijze zonder die zogenaamd verplichte muzikale etiquette.[5] 
  2. betrekking hebbend op het heiligbeen
84 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[6]