werelds
- we·relds
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | werelds | wereldser | wereldst |
verbogen | wereldse | wereldsere | wereldste |
partitief | werelds | wereldsers | - |
werelds
- niet op het geestelijke, maar op de wereld gericht
- ▸ Ik keek. De gestrenge gevels met de arcades stuurden de blik met majesteitelijk gezag in de richting van de basiliek van San Marco, die met haar koepels en ronde vormen een bubbelend en bijna buitenaards contrast vormde met het wereldse machtsvertoon van het plein.[1]
- ▸ De abt vond het spotternij om die heilige ruimte te vullen met gezang voor zulk een wereldse geestelijke.[2]
werelds
- genitief mannelijk van wereld, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
- Het woord werelds staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "werelds" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 26
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 14
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be