representeren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van representeren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | representeren | te representeren | ||||||||
toekomend | zullen representeren | te zullen representeren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gerepresenteerd | te hebben gerepresenteerd | ||||||||
toekomend | gerepresenteerd zullen hebben | gerepresenteerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
representerend | gerepresenteerd | ev. representeer |
mv. verouderd representeert |
representere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | representeer | representeert | representeert | representeert | representeert | representeren | representeren | representeren | |||
verleden (o.v.t.) | representeerde | representeerde | representeerde | representeerde | representeerde | representeerden | representeerden | representeerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal representeren | zult/zal representeren | zult/zal representeren | zult representeren | zal representeren | zullen representeren | zullen representeren | zullen representeren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou representeren | zou representeren | zou(dt) representeren | zoudt representeren | zou representeren | zouden representeren | zouden representeren | zouden representeren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gerepresenteerd | hebt gerepresenteerd | hebt/heeft gerepresenteerd | hebt gerepresenteerd | heeft gerepresenteerd | hebben gerepresenteerd | hebben gerepresenteerd | hebben gerepresenteerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gerepresenteerd | had gerepresenteerd | had gerepresenteerd | hadt gerepresenteerd | had gerepresenteerd | hadden gerepresenteerd | hadden gerepresenteerd | hadden gerepresenteerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gerepresenteerd hebben | zal/zult gerepresenteerd hebben | zult/zal gerepresenteerd hebben | zult gerepresenteerd hebben | zal gerepresenteerd hebben | zullen gerepresenteerd hebben | zullen gerepresenteerd hebben | zullen gerepresenteerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gerepresenteerd hebben | zou gerepresenteerd hebben | zou/zoudt gerepresenteerd hebben | zoudt gerepresenteerd hebben | zou gerepresenteerd hebben | zouden gerepresenteerd hebben | zouden gerepresenteerd hebben | zouden gerepresenteerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gerepresenteerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gerepresenteerd | er is gerepresenteerd | |||||||||
verleden | er werd gerepresenteerd | er was gerepresenteerd | |||||||||
toekomend | er zal gerepresenteerd worden | er zal gerepresenteerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gerepresenteerd worden | er zou gerepresenteerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gerepresenteerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gerepresenteerd worden | gerepresenteerd te worden | ||||||||
toekomend | gerepresenteerd zullen worden | gerepresenteerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gerepresenteerd zijn | gerepresenteerd te zijn | ||||||||
toekomend | gerepresenteerd zullen zijn | gerepresenteerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gerepresenteerd | wordt gerepresenteerd | wordt gerepresenteerd | wordt gerepresenteerd | wordt gerepresenteerd | worden gerepresenteerd | worden gerepresenteerd | worden gerepresenteerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gerepresenteerd | werd gerepresenteerd | werd gerepresenteerd | werdt gerepresenteerd | werd gerepresenteerd | werden gerepresenteerd | werden gerepresenteerd | werden gerepresenteerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gerepresenteerd worden | zult gerepresenteerd worden | zult gerepresenteerd worden | zult gerepresenteerd worden | zal gerepresenteerd worden | zullen gerepresenteerd worden | zullen gerepresenteerd worden | zullen gerepresenteerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gerepresenteerd worden | zou gerepresenteerd worden | zou/zoudt gerepresenteerd worden | zoudt gerepresenteerd worden | zou gerepresenteerd worden | zouden gerepresenteerd worden | zouden gerepresenteerd worden | zouden gerepresenteerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gerepresenteerd | bent gerepresenteerd | bent/is gerepresenteerd | zijt gerepresenteerd | is gerepresenteerd | zijn gerepresenteerd | zijn gerepresenteerd | zijn gerepresenteerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gerepresenteerd | was gerepresenteerd | was gerepresenteerd | waart gerepresenteerd | was gerepresenteerd | waren gerepresenteerd | waren gerepresenteerd | waren gerepresenteerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gerepresenteerd zijn | zult gerepresenteerd zijn | zult gerepresenteerd zijn | zult gerepresenteerd zijn | zal gerepresenteerd zijn | zullen gerepresenteerd zijn | zullen gerepresenteerd zijn | zullen gerepresenteerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gerepresenteerd zijn | zou gerepresenteerd zijn | zou/zoudt gerepresenteerd zijn | zoudt gerepresenteerd zijn | zou gerepresenteerd zijn | zouden gerepresenteerd zijn | zouden gerepresenteerd zijn | zouden gerepresenteerd zijn |