• re·flec·tor
enkelvoud meervoud
naamwoord reflector reflectoren
reflectors
verkleinwoord reflectortje reflectortjes

de reflectorm

  1. (natuurkunde), (optica) voorwerp bestemd om geluid of elektromagnetische straling zoals licht terug te kaatsen
    • Er zit geen reflector achter op je fiets. 
    • Door een reflector en een reeks van directoren is een yagi-antenne richtinggevoelig. 
     Op sommige voertuigen, zoals aanhangers, zijn bepaalde reflectoren verplicht.[3]
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. reflector op website: Etymologiebank.nl
  3.   Weblink bron “Wat is een reflector?” (20 december 2021) op tralert.com
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


enkelvoud meervoud
reflector reflectors

reflector

  1. reflector