spaakreflector
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spaak·re·flec·tor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van spaak en reflector
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spaakreflector | spaakreflectoren spaakreflectors |
verkleinwoord | spaakreflectortje | spaakreflectortjes |
Zelfstandig naamwoord
de spaakreflector m
- reflector van een fiets, die tussen de spaken wordt bevestigd
Gangbaarheid
- Het woord 'spaakreflector' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.