klankbord
- klank·bord
- samenstelling van klank en bord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klankbord | klankborden |
verkleinwoord | klankbordje | klankbordjes |
het klankbord o
- (techniek) paneel voor een luidspreker dat als functie heeft te voorkomen dat de druk voor en achter de conus meteen worden vereffend en waardoor dus een betere akoestische koppeling met de lucht optreedt
- (muziek) vlak van een muziekinstrument waarlangs de snaren gespannen zijn en waarmee de toon versterkt wordt
- houten hemel boven een spreekgestoelte dat het geluid van de spreker weerkaatst
- [2] klankbodem, resonansbodem
1.vlak van een muziekinstrument waarlangs de snaren gespannen zijn en waarmee de toon versterkt wordt
2. houten hemel boven een spreekgestoelte waardoor het geluid van de spreker weerkaatst en zich verspreidt
- Het woord klankbord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klankbord" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be