• klank·bord
enkelvoud meervoud
naamwoord klankbord klankborden
verkleinwoord klankbordje klankbordjes

het klankbordo

  1. (techniek) paneel voor een luidspreker dat als functie heeft te voorkomen dat de druk voor en achter de conus meteen worden vereffend en waardoor dus een betere akoestische koppeling met de lucht optreedt
  2. (muziek) vlak van een muziekinstrument waarlangs de snaren gespannen zijn en waarmee de toon versterkt wordt
  3. houten hemel boven een spreekgestoelte dat het geluid van de spreker weerkaatst
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be