• klank·kast
enkelvoud meervoud
naamwoord klankkast klankkasten
verkleinwoord klankkastje klankkastjes

de klankkastv / m

  1. (muziek) lichaam van een viool, gitaar e.d
  2. (muziek) doos waarop een stemvork wordt geplaatst om de toon ervan krachtiger te maken
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be