reageren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van reageren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | reageren | te reageren | ||||||
toekomend | zullen reageren | te zullen reageren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gereageerd | te hebben gereageerd | ||||||
toekomend | gereageerd zullen hebben | gereageerd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
reagerend | gereageerd | ev. reageer |
mv. verouderd reageert |
reagere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | reageer | reageert | reageert | reageert | reageert | reageren | reageren | reageren | |
verleden (o.v.t.) | reageerde | reageerde | reageerde | reageerde | reageerde | reageerden | reageerden | reageerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal reageren | zult/zal reageren | zult/zal reageren | zult reageren | zal reageren | zullen reageren | zullen reageren | zullen reageren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou reageren | zou reageren | zou(dt) reageren | zoudt reageren | zou reageren | zouden reageren | zouden reageren | zouden reageren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gereageerd | hebt gereageerd | hebt/heeft gereageerd | hebt gereageerd | heeft gereageerd | hebben gereageerd | hebben gereageerd | hebben gereageerd | |
verleden (v.v.t.) | had gereageerd | had gereageerd | had gereageerd | hadt gereageerd | had gereageerd | hadden gereageerd | hadden gereageerd | hadden gereageerd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gereageerd hebben | zal/zult gereageerd hebben | zult/zal gereageerd hebben | zult gereageerd hebben | zal gereageerd hebben | zullen gereageerd hebben | zullen gereageerd hebben | zullen gereageerd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gereageerd hebben | zou gereageerd hebben | zou/zoudt gereageerd hebben | zoudt gereageerd hebben | zou gereageerd hebben | zouden gereageerd hebben | zouden gereageerd hebben | zouden gereageerd hebben | |
onpersoonlijke lijdende vorm gereageerd worden | |||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||
tegenwoordig | er wordt gereageerd | er is gereageerd | |||||||
verleden | er werd gereageerd | er was gereageerd | |||||||
toekomend | er zal gereageerd worden | er zal gereageerd zijn | |||||||
voorwaardelijk | er zou gereageerd worden | er zou gereageerd zijn |