• re·a·geer·de
vervoeging van
reageren

reageerde

  1. enkelvoud verleden tijd van reageren
    • Ik reageerde. 
    • Jij reageerde. 
    • Hij, zij, het reageerde. 
     Ze reageerde altijd verontwaardigd ‘Waarom ik altijd? Mijn zusje kan ook ontsporen hoor!’ Maar zolang alles goed en gezond bleef aan beide kanten van de oceaan kon ik met een gerust hart doorlopen.[1]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers