• IPA: /pɛvnɔst/
  • pev·nost
  • Afgeleid van het bijvoeglijke naamwoord pevný met het achtervoegsel -ost

pevnost v

  1. (natuurkunde) sterkte
    «Beton jako konstrukční materiál je relativně odolný na tlak, avšak jeho pevnost v tahu je neuspokojivá.»
    Beton als constructiemateriaal is relatief drukbestendig, maar de treksterkte is onbevredigend.
  2. standvastigheid
    «Neobdivuji jeho pevnost ve víře.»
    Ik bewonder zijn standvastigheid in zijn geloof niet.
  3. (militair) vesting
    «Pevnost Josefov byla založena v roce 1780.»
    De vesting Josefov is in 1780 gesticht.
  1. odolnost v
  2. nezlomnost v, tvrdost v, tuhost v, odolnost v
  3. tvrz, týn
  1. poddajnost v
  • pevnost v oděru v – slijtvastheid
  • pevnost v tahu v – treksterkte
  • pevnost v tlaku v – druksterkte